Ik ben in goed gezelschap. De helft van alle Nederlanders is te zwaar. Ik ook. Maar we zeggen het niet zo snel tegen elkaar. Je haalt het gewoon meestal niet in je hoofd iemand in je omgeving te attenderen op het feit dat hij of zij (weer) zwaarder is geworden.
Het is te pijnlijk om het onderwerp aan te roeren en velen zijn bang dat de ander het als een belediging opvat.
Bovendien is het gemakkelijker om te denken: ‘Dat is niet mijn zaak’. Jongeren wijzen elkaar waarschijnlijk wel vaker op het toegenomen gewicht. Kinderen zijn een stuk eerlijker, die zeggen: ‘je bent erg dik’. Of, nog pijnlijker, ‘je hebt een kind in je buik’ .... ik heb het meegemaakt en kon het jong wel een klap verkopen.
Wie mag mij er op wijzen dat ik dik of (weer) dikker ben geworden? Mijn partner, tenminste als het niet vaker is dan een enkele keer. Ook van mijn kinderen kan ik een reactie wel verdragen. En een goede vriend mag desnoods nog zeggen dat hij het waardeert dat ik mijn kostbare gereedschap droog houd onder mijn afdak. Het wordt al moeilijker met de diĆ«tist, die kan beter het woord ‘dik’ maar niet in de mond nemen. Ach, eerlijk gezegd wil ik eigenlijk van niemand horen dat ik zwaarder ben geworden.
En mijn huisarts? Hij mag wel iets zeggen over mijn overgewicht. En over de gevolgen voor mijn lichamelijk en geestelijk welbevinden.
Alleen: ook mijn huisarts houdt het liefst zijn mond. Zou hij een afkeer hebben van dikke patiƫnten? Zou hij bang zijn om me te beledigen? Toen ik laatst bij hem was met een overbelaste enkel, gaf hij me allerlei nuttige adviezen. Maar toen ik weer buiten stond vroeg ik het me af: waarom zegt hij het niet recht in mijn gezicht: je bent 20 kilo te zwaar, vetklep!!!
Kees
Geen opmerkingen:
Een reactie posten