vrijdag 18 november 2011

Vette blog 7: Het verschil tussen een sportschool en kleutergym

Huppelen doe ik niet, dat vind ik zo kinderachtig....
Maar toch...:
“Loop nu maar naar die muur en draai daar om. Wel rechtop lopen... borst vooruit... schouders omlaag... en nu nog een keer!”
“Pak deze bal goed vast en gooi hem zo hard als je kunt op de grond... laat hem maar tot kin-hoogte opstuiteren!  En dat 10 keer, goed voor je schouders!”
“En nu gaan we balanceren op één been. Buig tegelijkertijd voorover en raak de grond. Goed zo.... wisselen van been...  nog 15 keer!”
“Als je dit trekkoord vastpakt dan moet je je ellebogen ver naar achteren trekken. Prima voor je rugspieren... nog 20 van deze”.
“Ga maar liggen... pak het gewicht en rol opzij... nu terugrollen... en weer de andere kant... we gaan dit 25 keer herhalen”.
“Verleg je grens!...vorige keer kon je 30 keer... het kan sneller.... 40 moet nu kunnen....
En dan dat zwaaien met kettlebells. Kinderspel.... hup, 50 keer.

Beste trainer, alles goed en wel, maar maandag ben ik jarig, voor de 59e keer.
Ja, dank je, ik ga voor de 100.

LAPT....het is spelenderwijs bewegen, maar ook heel geschikt voor volwassenen.
Hoewel....het schijn dat sommige personal trainers heel zachtjes kinderliedjes zingen tijdens de oefeningen omdat dat prettiger is om op te bewegen. Bewijzen heb ik daar echter niet voor.

Frank, mijn personal trainer, heeft de kwaliteiten van een goede kleutergym-juf.  Hij stimuleert, begeleidt, motiveert, hij laat me mijn grenzen verleggen. En dat doet hij erg vakbekwaam. Na een uur trainen met Frank voel ik me moe, afgemat, maar ook als herboren. En de spierpijn komt de dag daarna.

Maandag mag ik me weer een heel uur als kind gedragen... ik sta te trappelen.....
En als ik goed mijn best doe, dan wrijft Frank persoonlijk mijn natte ruggetje na het douchen met een heel zachte handdoek droog.
Dat is all-inclusive bij LAPT.

Kees



vrijdag 4 november 2011

Vette blog 6: Streefbeeld

Het is zover. Mijn buurvrouw zei deze week tegen me: “Kees wat heb je een lekker kontje...”. Waarvan acte. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ze er aan toevoegde: “...maar niet in evenwicht met je buik”.
Waarom is mijn uiterlijk zo belangrijk voor anderen? Ga ik naar de sportschool om iets aan mijn uiterlijk te doen, om anderen te plezieren? Gedeeltelijk, maar verder gaat mijn ijdelheid niet. Misschien vindt mijn buurvrouw dat jammer.
Als ik op de sportschool om me heen kijk naar de ‘voorbeeldmensen’ op de affiches, dan wordt ik wat moedeloos. Alleen maar – zogenaamde – perfecte lijven. Jong en zo goed ‘in shape’ dat fitness voor hun helemaal niet nodig is. Allemaal breeduit lachend afgebeeld, terwijl ze in volle actie zijn. Allemaal heel soepel, alsof het geen moeite kost.

Gek is dat, want als ik train en fitness dan krijg ik een rode kop en zucht en kreun ik omdat mijn lichaam niet precies doet wat ik zo graag wil. En ik ben daar niet alleen in. Als ik om me heen kijk zie ik zeker voor de helft mensen die helemaal niet het zogenaamde perfecte lichaam hebben. Integendeel. En dat voorbeeldlichaam zullen ze (we) ook niet bereiken.

Ik ga misschien zelf een affiche maken met daarop een ander mooi lijf. Niet jong, niet afgetraind. Wel lachend, dat dan wel weer, want fitness is geen straf. Die persoon mag lelijke knieën hebben, putten in de bovenbenen, een waggelkont, love-handles, bierbuikje, flubberende bovenarmen. Het maakt niet uit. Ik zou zo mezelf op het affiche kunnen zetten.
Als je wil dat ik niet mezelf maar jou op de foto zet voor een afbeelding op het affiche, zeg het dan tegen Frank, mijn personal trainer. Be proud. Hij zal het begrijpen en je naam discreet aan me doorgeven.
Dan maak ik dat affiche en dat hang ik dan op bij Fitland. Tussen de affiches met die andere mooie lijven. Beloofd.

Kees

Vette blog 5: Stabiliteit is de sleutel

Nu heb ik op de sportschool een goede personal trainer en nu heeft hij het maar steeds over stabiliteit en mobiliteit. En niet over flink trainen op de toestellen en met zware halters werken en rennen op de loopband om af te vallen. Nee, Frank besteedt nogal wat aandacht aan stabiliteitstraining, waarbij de combinatie van kracht en coördinatie centraal staat.

In het begin vond ik het beledigend: Instabiel? Ik? Labiel? Ik heb nooit geweten dat ik instabiel was.
Geduldig legt Frank het uit: met stabiliteitsoefeningen kan ik een verstoorde balans tussen spiergroepen voorkomen. Geen biceps en triceps oppompen dus, het gaat om de balans in mijn hele lichaam.
 “Maar”, probeer ik bij Frank, “ik moet toch flink zweten om af te vallen?” Nou dat transpireren komt toch wel. Vooral door veel en hard lopen op de loopband en door werken met – daar heb je ze weer – de kettlebells. (Voor mij dus de killingballs, ze zijn moordend). Eerst stabiliteit en mobiliteit in mijn lijf.
Door het te weinig bewegen in voorgaande jaren zitten veel spiergroepen vastgeroest. Vooral de schouders en de heupen moeten flink losgemaakt worden.
Als mijn spieren en ikzelf op een gecoördineerde manier in een goede houding worden gezet (laat dat maar aan Frank over) dan wordt mijn lichaam stabieler. Want die spieren ondersteunen mijn wervelkolom en mijn gewrichten. Zo leer ik nog eens wat over mijn eigen lijf.

En wat zegt de psychologie van de koude grond? Dat stabiliteit ook een grotere zekerheid geeft in het dagelijkse leven. En zo is het denk-cirkeltje weer rond: lekker in mijn lichaam zitten, dat is toch eigenlijk het doel waarvoor ik op de sportschool zit?

Kees